Het menselijk brein is uniek in zijn anatomie. Het brein bestaat uit miljarden zenuwcellen, die op een complexe manier met elkaar verbonden zijn. Toch is het brein goed in te delen in verschillende onderdelen en gebieden, waaraan deels bepaalde functies kunnen worden toegekend. Deze bijdrage geeft je een overzicht van de anatomie van het menselijk brein.
Globale indeling van het brein in 5 delen
De menselijke hersenanatomie kan op verschillende manieren worden beschreven. Allereerst is het zinvol om het brein (encephalon) ingedeeld te beschouwen in vijf hoofdregio's. Deze vijf hersengebieden zijn in verschillende mate herkenbaar in alle gewervelde dieren:
- Eindhersenen, ook wel grote hersenen genoemd (Telencephalon)
- Tussenhersenen (Diencephalon)
- Middenhersenen (Mesencephalon)
- Achterhersenen (Metencephalon)
- Verlengde merg (Myelencephalon, ook wel: Medulla oblongata)
De benaming van deze hoofdgebieden is gebaseerd op de eenvoudige hersenanatomie van lagere gewervelden, waarbij de gebieden achter elkaar buisvormig liggen. De menselijke hersenen zijn in vergelijking daarmee weliswaar complexer opgebouwd, maar deze vijf hersengebieden zijn ondanks verdere evolutionaire ontwikkeling nog steeds duidelijk te herkennen. Om u een beeld te geven van de menselijke hersenen, gaan we hieronder dieper in op de genoemde vijf hersengebieden en beschrijven we verdere onderverdelingen binnen de hersenanatomie.
De eindhersenen en de tussenhersenen vormen samen de voorhersenen (prosencephalon)
De voorhersenen bestaan uit de eindhersenen en de tussenhersenen. De grote cortex van de eindhersenen (hersenschors, cortex cerebri) is bijzonder kenmerkend voor de menselijke hersenanatomie. De karakteristieke windingen (gyri) en groeven (sulci) zorgen voor een aanzienlijk vergroot oppervlak, waardoor het volume relatief klein kan blijven.
De eindhersenen bestaan uit twee hemisferen, die door de spleet "fissura longitudinalis cerebri" van elkaar gescheiden zijn. Dieper in het binnenste zijn ze echter door de zogenaamde hersenbalk (corpus callosum) met elkaar verbonden. Bij een frontale doorsnede van de hersenen zijn de grijze en witte stof van de hemisferen zichtbaar.
De afbeelding "Opbouw van de hersenen in doorsnede" toont de hersenanatomie in een dergelijke doorsnede.
De buitenste grijze stof bestaat hoofdzakelijk uit de cellichamen van de zenuwcellen en de binnenliggende witte stof uit de zenuwvezels.
De 4 hersenkwabben van de grote hersenen
Beide hersenhelften kunnen aan de hand van bepaalde groeven elk in vier kwabben worden verdeeld:
- Voorhoofdskwab (Lobus frontalis)
- Wandbeenkwab (Lobus parietalis)
- Achterhoofdskwab (Lobus occipitalis)
- Slaapbeenkwab (Lobus temporalis)
Zoals de naam al zegt, ligt de voorhoofdskwab vooraan in het voorhoofdgebied. De wandbeenkwab grenst van achteren aan de voorhoofdskwab en reikt tot aan de achterhoofdskwab, die zich aan de achterkant van het hoofd bevindt. De slaapbeenkwab bevindt zich lateraal onder de wandbeenkwab. De locatie van de hersenkwabben komt overeen met de gelijknamige schedelbeenderen, zoals afgebeeld in de afbeelding "Schedelbeenderen Anatomie".
Functionele gebieden van de cortex
De menselijke hersenschors (cortex cerebri) is bijzonder hoog ontwikkeld. Hij is verantwoordelijk voor eigenschappen
die de mens maken tot wie hij is. Aan sommige gebieden van de cortex kunnen bepaalde functies worden toegekend. Zo liggen er in de temporaalkwab gebieden die informatie van het gehoor verwerken. In de occipitaalkwab bevindt zich de primaire visuele cortex, die een deel van de visuele informatieverwerking voor zijn rekening neemt.
De pariëtaalkwab bevat gebieden voor lichaamswaarneming, die informatie van de huid, organen, spieren en gewrichten doorgeven. Het motorische spraakcentrum en andere motorische gebieden zijn in de frontaalkwab gelokaliseerd. Daar bevinden zich ook gebieden die betrokken zijn bij de persoonlijkheidsvorming.
De bouw van de tussenhersenen (diencephalon)
Tussen de hemisferen van de grote hersenen bevindt zich de tussenhersenen met de volgende structuren:
- Thalamus
- Epithalamus met epifyse
- Hypothalamus met neurohypofyse
- Subthalamus
De thalamus dient als schakelcentrum, waar bijna alle informatie die naar de cortex stroomt doorheen loopt. Hij wordt ook wel de "poort naar het bewustzijn" genoemd. De locatie van de thalamus kunt u bekijken in de afbeelding "Brain - Sagittal Section". Deze toont de hersenanatomie in een sagittale doorsnede, dus
in zijaanzicht. De epithalamus, die zich op de thalamus bevindt, herbergt de pijnappelklier (epifyse). Deze produceert het slaaphormoon melatonine en is dus betrokken bij het slaap-waakritme.
De hypothalamus ligt onder de thalamus en is verbonden met de hypofyse. De hypofyse, die medeverantwoordelijk is voor de hormonale regulatie, is onderverdeeld in de achterkwab (neurohypofyse) en de voorkwab (adenohypofyse). De adenohypofyse, die is opgebouwd uit kliercellen, behoort echter niet tot de hersenen. De hypothalamus bestuurt onder andere het autonome zenuwstelsel, maar is ook betrokken bij het gevoelsleven.
Het limbisch systeem bestaat uit structuren van de voorhersenen
Het limbisch systeem vertegenwoordigt een verdere functionele indeling binnen de hersenanatomie.
Het omvat hersenstructuren die verantwoordelijk zijn voor de controle van emoties. Daarnaast vervult het limbisch systeem belangrijke functies bij het leren en staat het in contact met de hypothalamus. Het omgeeft de hersenbalk, die de twee hersenhelften verbindt. Tot het limbisch systeem behoren:
- Structuren van de reukhersenen
- Amygdala (amandelkern)
- Hippocampus
- Gyrus cinguli
- Gyrus parahippocampalis
Door de nauwe relatie tussen de reukhersenen en de overige structuren van het limbisch systeem zijn geuren, herinneringen en emoties vaak met elkaar verbonden. De amygdala speelt een essentiële rol bij het ontstaan van angst, terwijl de hippocampus belangrijk is voor leerprocessen en betrokken is bij agressie- en motivatiegedrag.
De anatomie van hersenstam en kleine hersenen
De middenhersenen, de pons (brug) van de achterhersenen en het verlengde merg vormen de hersenstam (truncus cerebri). Daar bevinden zich de kernen van de hersenzenuwen, vezelbundels van de hypothalamus en lange banen van zenuwcellen.
Alle drie de delen van de hersenstam zijn verbonden met de kleine hersenen (cerebellum), die op de hersenstam liggen. De kleine hersenen bestaan uit de vermis (vermis cerebelli) en twee hemisferen (hemispheria cerebelli). Samen met de pons vormen ze de achterhersenen en zijn ze verantwoordelijk voor het evenwicht, de spierspanning en de coördinatie van de spieractiviteit.
Met de medulla oblongata gaat de hersenstam uiteindelijk over in het ruggenmerg, waarbij de grijze en witte stof zich herschikken. Evolutionair gezien is de hersenstam het oudste deel van de menselijke hersenanatomie.